Zuid-Holland: arbeidsmigrant nodig bij werkloosheid

Ondanks het oplopend aantal werklozen gaat Zuid-Holland door met aantrekken van arbeidsmigranten door huisvesting te ontwikkelen. Dat stelt de provincie in antwoorden op vragen van Forum voor Democratie (FvD) in Zuid-Holland. Die partij vroeg de provincie naar het aantal werklozen in de regio’s Haaglanden en Rijnmond in coronatijd en de pogingen deze toe te leiden naar werk in onder meer tuinbouw. Die cijfers geeft de provincie, maar daaruit kan niet de conclusie getrokken worden dat arbeidsmigranten minder nodig zijn, schrijft de provinciale bestuurder (gedeputeerde) Willy de Zoete. 

Dit artikel verscheen eerder via GF Actueel.
Lees hier het volledige artikel, of lees hieronder verder.

Uitkeringsgerechtigde niet zomaar in te zetten in glastuinbouw
De ruim 111.000 mensen in deze regio’s met een WW- of bijstandsuitkering zijn niet zomaar in de glastuinbouw aan het werk te zetten. “De problematiek is niet onder een noemer te vatten en kent knelpunten aan de kant van de werkzoekende, maar zeker ook aan de kant van de werkgever. Achter elk cijfer zit een verhaal. Het afzetten van aantallen inwoners met een uitkering tegen openstaande vacatures in bijvoorbeeld de tuinbouw of de zorg is daarmee een te simpele voorstelling van zaken en gaat voorbij aan deze problematiek.”

Economische belang van de arbeidsmigranten
De provincie verwijst naar onderzoek waaruit het economische belang van de arbeidsmigranten blijkt voor de Zuid-Hollandse economie. Dat maakt huisvesting voor arbeidsmigranten ook een onderwerp voor de regionale overheid. Ook wijst de provincie op onderzoek van Wageningen Universiteit & Research naar arbeidsomstandigheden in de tuinbouw die verbeterd zouden kunnen worden. Vaak wordt de bereikbaarheid van bedrijven als drempel genoemd om er te gaan werken, schrijft de provincie.

Akkoord met tuinbouw in Greenport West-Holland
Bovendien wijst de provincie op het gesloten deelakkoord Human Capital met de tuinbouw in Greenport West-Holland. Hierin zijn afspraken gemaakt over de scholing van werkenden en de transities van werk-naar-werk. Ook is daar de toeleiding naar de tuinbouw van mensen in een uitkeringssituatie meegenomen. Wat de doelstellingen precies zijn van dit akkoord, schrijft de provincie niet.

Bekijk het hele artikel verder via GF Actueel.

Woonsituatie voor arbeidsmigranten blijkt onveranderd bar slecht

De situatie van arbeidsmigranten ten opzichte van het begin van de coronacrisis blijft onveranderd: bar slecht. De arbeidsvoorwaarden zijn matig, áls die er al zijn, en de woonomstandigheden zijn schrijnend. “Wekelijks hebben we te maken met uithuiszettingen”, vertelt Bart Plaatje in De Nieuws BV.

Dit artikel verscheen eerder via De Nieuws BV.
Bekijk en beluister hier het volledige artikel, of lees hieronder verder.

Polen, Bulgaren, Roemenen: uitzendbureaus zijn gek op ze. Maar, goed voor ze zorgen dat lukt ons nog steeds niet, vooral bij de huisvesting stapelen de misstanden zich op. Met zijn drieën op een kamer van 15 vierkante meter voor een huurhoge prijs is een veel voorkomende situatie voor arbeidsmigranten en ook vechten tegen bedwantsen is volgens FNV campagneleider Bart Plaatje “geen uitzonderlijk geval”.

Bed en baas onder één koepel
Werkgevers zorgen voor huisvesting van de arbeidsmigranten. Zij wijten de schrijnende woonsituaties aan een tekort aan huisvesting. “Maar dat is maar een deel van de oorzaak”, zegt Plaatje. “Zolang je geld kan verdienen aan de huisvesting, kan je de prijs van de arbeid die mensen moeten verrichten naar beneden drukken en dan heb je valse concurrentie. Iemand met een vast contract is niet relevant als je aan iemand z’n bed kan verdienen. Dat is de basis van het probleem dat hier speelt.”

“Zolang bed en baas onder één koepel hangen kom je terecht in 1900, waar een fabriekseigenaar mag bepalen wie in een huis naast de fabriek mag wonen en wie niet”, aldus Plaatje. “We zien op wekelijkse basis dat arbeidsmigranten op straat terechtkomen. Tussen donderdag en zaterdag staat bij ons de telefoon roodgloeiend, dan staan er altijd wel ergens in het land arbeidsmigranten op straat.”
Als arbeidsmigranten op straat komen te staan probeert Plaatje om andere uitzendbureaus zo ver te krijgen dat ze de op straat gezette arbeiders opvangen, “en soms lukt het ons, maar soms ook niet.”

Onveranderde, bar slechte situatie
Aan het begin van de coronacrisis is deze schrijnende woonsituatie aan het licht gekomen, maar volgens CDA-Kamerlid Hilde Palland-Mulder speelt het al veel langer. Bovendien lijkt de situatie vooralsnog onveranderd en is de gemiddelde woonsituatie voor arbeidsmigranten bar slecht.
“Er zijn wel goede initiatieven en partijen die het netjes doen of willen doen, en er is ook huisvesting die aan keurmerken voldoet. Maar we zien dat maar 25% van de bedden die voor arbeidsmigranten beschikbaar zijn, voldoet aan een dergelijk keurmerk”, zegt Palland-Mulder in De Nieuws BV. “Wat ons betreft moet dat veel groter en veel breder worden uitgerold.”

Zo vindt Palland-Mulder dat gemeentes bijvoorbeeld in lokale regelgeving moeten vastleggen waaraan de huisvesting moet voldoen. Daarnaast moeten malafide bureaus volgens het Tweede Kamerlid worden aangepakt: “Daar moet de inspectie op inzetten.”

Bed en baas scheiden?
Is het dan niet noodzakelijk om de huisvesting en de baan van elkaar te scheiden? Volgens Palland-Mulder niet: “Ik ben bang dat dat een theoretische oplossing is. Stel dat een arbeidsmigrant deze kant op komt en huisvesting is niet geregeld, dan ben je overgeleverd aan een overspannen woningmarkt.” Bovendien kunnen malafide bureaus een aparte BV oprichten om huisvesting te regelen, “en dan hebben ze de regelgeving omzeild”, zegt Palland-Mulder.
Daarnaast is het volgens het CDA-Kamerlid van belang dat de arbeidsmigrant de optie heeft om van de geregelde huisvesting af te zien. “Ze moeten een keuze hebben om het zelf te organiseren.”

Bekijk en beluister het hele artikel verder via De Nieuws BV.

‘Mensonterend’, coronaregels lijken niet te gelden voor huisvesting van arbeidsmigranten

De meeste arbeidsmigranten zijn wel op de hoogte van de coronamaatregelen, maar zijn niet bij machte om die goed na te leven. De nieuwe, strenge regels tegen de verspreiding van het coronavirus, lijken op veel plekken in Brabant niet te gelden voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Bijvoorbeeld in hotel Friends in Waalwijk waar ze onbeschermd met drie man tegelijk in een klein kamertje moeten overnachten: “Ze snurken ‘s nachts over elkaar heen.”

Dit artikel verscheen eerder via Omroep Brabant.
Lees hier het volledige artikel, of lees hieronder verder.

Hotel Friends in Waalwijk gaat nu dicht, maar volgens de FNV is het nog op veel meer plekken foute boel. “Ze hebben de moed opgegeven. Je hebt het maar te accepteren, anders sta je op straat. Mensen delen kamers met vreemden. De ventilatie is slecht, het onderhoud is slecht. De mensen vinden het ook vreselijk om hier te wonen”, zegt FNV-bestuurder Bart Plaatje.
Per 1 november sluit hotel Friends permanent de deuren en verplaatst het uitzendbureau de arbeidsmigranten naar een nieuw pand bij logistiek bedrijf Ingram Micro in Waalwijk. “Het is volstrekt onverantwoord wat er hier in de uitzendbranche gebeurt. Gelukkig zijn we het eens geworden dat het hier zo niet langer kan”, vertelt Plaatje.
De bond is blij dat hotel Friends in elk geval de deuren sluit. “Op 2 november wil ik hier ceremonieel een ketting om de deur komen hangen.” Maar daarmee zijn ze er nog niet: “In deze regio zijn nog veel meer misstanden met huisvesting. In caravans, in stallen, in kelders. Wat hier gebeurt is mensonterend, al helemaal in coronatijd.”

Bekijk het hele artikel verder via Omroep Brabant.

‘Huisvesting van arbeidsmigranten is niet sexy’

Onlangs adviseerde een commissie het kabinet om voor alle arbeidsmigranten een eigen kamer te regelen. Maar in Nederland is al een tekort van 120.000 bedden voor arbeidsmigranten. Hoe komt dat en wat is de oplossing?

Dit artikel verscheen eerder via NRC.
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

Na zijn burn-out, anderhalf jaar geleden, was het stil in het huis van Marcel Warmoeskerken (49) in Oisterwijk. Zijn zoon woont bij zijn ex, de telefoontjes van werk stopten en sinds zijn „dikke vette burn-out” zat hij veelal alleen thuis. „Maar ik ben niet graag alleen”, zegt hij. Dat is voorbij sinds hij hoorde van een nieuw initiatief: FlexHomies – een Airbnb voor arbeidsmigranten.

Sinds februari wonen de Roemeense arbeidsmigranten Robert Sarghe (24) en zijn vriend Costel Ramascanu in het huis van Warmoeskerken. In twee ruime kamers, met een eigen tweepersoonsbed en televisie. „We hebben eindelijk privacy”, zegt Sarghe die daarvoor in een huis met tien andere arbeidsmigranten woonde. „En we kunnen de Nederlandse manier van leven en de taal leren”, zegt de Roemeen die in Nederland een toekomst wil opbouwen. Warmoeskerken is dolgelukkig. „Ik houd er een leuk zakcentje aan over, maar ben vooral blij met het geroezemoes dat ik in huis hoor.”

Verborgen leegstand
FlexHomies is een initiatief van uitzendbureau HOBIJ om wat te doen aan het beddentekort voor arbeidsmigranten en de kwaliteit van huisvesting. „De arbeidsmigranten missen in Nederland vaak een thuis”, zegt Paul van Dieperbeek, projectleider van FlexHomies bij uitzendbureau HOBIJ. „En in Nederland is veel verborgen leegstand: vrije kamers in huizen van eenzame of alleenstaande mensen.” FlexHomies moet die twee bij elkaar brengen.
Vlak voor de coronacrisis werd FlexHomies gelanceerd en sindsdien hebben 14 arbeidsmigranten er onderdak gevonden. „Dit jaar moeten het er vijftig worden, tot enkele honderden in de toekomst”, zegt Van Dieperbeek. Daarmee lost het initiatief het huisvestingsprobleem niet op: „Dagelijks huisvest HOBIJ ruim 2.000 arbeidsmigranten van de in totaal 3.000 uitzendkrachten.”
Uitzendbureaus, zoals HOBIJ, zoeken naar creatieve oplossingen voor het grote beddentekort onder arbeidsmigranten. Het Expertisecentrum Flexwonen, dat zich bezig houdt met de huisvesting van arbeidsmigranten, spreekt van een tekort van zo’n 120.000 fatsoenlijke bedden in Nederland. En als er niks gebeurt, wordt dat tekort alleen maar groter. Maar waarom is het beddentekort zo hoog en wie is daarvoor verantwoordelijk?

Sinds 2012 is Wim Reedijk, directielid van het Expertisecentrum Flexwonen, al bezig met de huisvesting van arbeidsmigranten. „Er was toen veel aandacht voor misstanden in de agrarische sector onder seizoensarbeiders, zoals de aspergeteelster in Someren”, zegt Reedijk. De aspergeteler werd uiteindelijk veroordeeld tot een vierjarige celstraf nadat ze 74 werknemers had uitgebuit en onderbetaald, die in vieze kamers zonder ramen leefden. „We zagen toen huisvestingssituaties waar je niet dood gevonden wilde worden.”
Dergelijke misstanden leidden in 2011 tot een parlementair onderzoek, waarna een jaar later overheden, vakbonden en branche- en huisvestingsorganisaties de Nationale verklaring (tijdelijke) huisvesting EU-arbeidsmigranten ondertekenden, om de huisvesting van arbeidsmigranten te verbeteren. „Het ging niet goed met de huisvesting en de schouders moesten eronder worden gezet”, zegt Reedijk. Daaruit ontstond het Expertisecentrum Flexwonen. „Wij werden de schouders, maar vervolgens liep de aandacht weg door de economische crisis en ontstonden weer nieuwe misstanden.”

De geschiedenis lijkt zich nu te herhalen. Sinds de coronacrisis zijn de woon- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten in Nederland weer volop in het nieuws nadat honderden arbeidsmigranten besmet raakten met het coronavirus – voornamelijk in de vleesverwerkende industrie.
„Na de economische crisis trok de economie aan en waren de arbeidsmigranten keihard nodig”, zegt Reedijk. „Maar er was veel te weinig aandacht voor de huisvestingsvraag.” Werkgevers plaatsten hun arbeidsmigranten vervolgens op vakantieparken en woningen in woonwijken werden opgekocht. „Veel arbeidsmigranten zitten op plekken waar ze niet horen en dat leidt tot negatieve beeldvorming bij Nederlanders.”

Huisvesting geen verdienmodel
Ook wordt er veel naar de uitzendbureaus gewezen, de huisvesting van arbeidsmigranten zou een verdienmodel zijn. Dat weerspreekt Frank van Gool, directeur van het grootste uitzendbureau van Nederland, OTTO Workforce, dat dagelijks 12.000 arbeidsmigranten aan het werk zet: „Huisvesting is voor ons verlieslatend, wij hebben vorig jaar 2,2 miljoen euro verloren op de huisvesting. Alleen als je flutkwaliteit levert, kun je eraan verdienen.”

Ook Han van Horen, directeur van HOBIJ, weerspreekt dat huisvesting een verdienmodel is. „Wij huren van vastgoedeigenaren of huisvestingsbedrijven die alle risico’s op ons afwentelen”, zegt Van Horen. „Gemiddeld genomen hebben we een leegstand van vijftien procent, waarvoor we wel betalen. Ook alle huisvestingskosten, zoals personeel, klusjes en schoonmaak zijn veelal voor onze rekening.”

Volgens Reedijk van het expertisecentrum trekken vooral vastgoedpartijen aan het langste eind. Maar het probleem met de slechte huisvesting van arbeidsmigranten ligt ook aan de wildgroei van uitzendbureaus, zegt Reedijk. „We hebben in Nederland ruim 14.000 uitzendbureaus, waarvan duizend onder brancheorganisaties vallen. De rest is niet allemaal slecht, maar er zijn veel uitzendbureaus die van huisvesting een handeltje proberen te maken en waar wordt gerotzooid.”

Daarom moet er snel heel veel meer gebouwd worden, zegt Van Gool. „Als er meer aanbod is, zakt de prijs vanzelf en wordt de slechte kwaliteit huisvesting gesaneerd.” Reedijk ziet vanuit werkgevers en vastgoedinvesteerders genoeg wil en kapitaal om te bouwen voor arbeidsmigranten. „Er hoeft geen geld bij, er zijn alleen nieuwe locaties nodig.”

Voor extra bedden gaf een commissie onder leiding van oud SP-leider Emile Roemer onlangs nog een extra aanzet. Alle arbeidsmigranten zouden een eigen slaapkamer moeten krijgen. En als het niet anders kan dan met maximaal twee personen op één kamer, is het advies van Roemer aan het kabinet. Vooral voor arbeidsmigranten die korte tijd in Nederland verblijven, de zogenaamde short-stayers, moeten extra plekken komen.
„Roemer zegt wat wij al heel lang zeggen: er moet meer fatsoenlijke huisvesting komen”, zegt Reedijk. „Alleen krijgen we dat niet in een paar maanden voor elkaar.” Dat beaamt Van Gool: „Als iedereen nu een eigen kamer krijgt, dan krijg je slechtere en duurdere huisvesting met vaak langere afstand naar de werklocatie.”

Bekijk hier het volledige artikel via NRC.

Kabinet snel aan de slag met aanbevelingen Roemer

De risico’s op besmetting van arbeidsmigranten met het coronavirus vormen een acuut probleem. Het kabinet pakt de implementatie van de aanbevelingen van het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten die gericht zijn op de korte termijn daarom met urgentie op. Het aanjaagteam, onder leiding van Emile Roemer, komt op een later moment met aanvullende aanbevelingen voor de langere termijn die zijn gericht op de structurele problematiek. Dat schrijft coördinerend minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.

Dit artikel verscheen eerder via Rijksoverheid.nl.
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

Nieuwe huisvestingslocaties
De coronacrisis heeft de bestaande problemen rond arbeidsmigranten, zoals tekorten aan goede huisvesting en de afhankelijkheid van de werkgever, opnieuw onderstreept en zichtbaarder gemaakt. Het kabinet gaat daarom de realisatie van nieuwe huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten stimuleren. Er komt een overzicht van regio’s waar de woonproblematiek het grootst is, en gemeenten worden actief benaderd om bestaande mogelijkheden zo goed mogelijk te benutten, zoals de beschikbaar gekomen gelden uit de woningbouwimpuls, de korting op de verhuurdersheffing voor initiatieven met flexwonen en de versnellingskamers flexwonen.

Verbeteren registratie
Om effectief beleid te kunnen maken is kennis over het verblijf van arbeidsmigranten onmisbaar. Arbeidsmigranten zijn net als iedereen verplicht om zich bij een verblijf van meer dan vier maanden in Nederland in te laten schrijven als ingezetene. In de praktijk blijkt echter dat arbeidsmigranten te vaak niet aan deze verplichting voldoen. Om dit probleem te ondervangen werken de ministeries van BZK en SZW en de Inspectie SZW intensief samen aan een plan van aanpak om de registratie van arbeidsmigranten te verbeteren. Vanwege de urgentie worden op korte termijn al de eerste stappen gezet.

Tijdelijke huurcontracten
Arbeidsmigranten die hun werk verliezen, komen vaak in de knel omdat zij voor woonruimte afhankelijk zijn van hun werkgever en geen huurbescherming hebben. Dit vormt niet alleen een huisvestingprobleem, maar ook een potentieel gezondheidsrisico, voor de arbeidsmigrant zelf en zijn omgeving. Volledige huurbescherming hoort bij een contract voor onbepaalde tijd. Deze contractvorm is bij arbeidsmigranten vaak niet aan de orde vanwege de beperkte duur van het werk. Het kabinet wil daarom in gesprek met belanghebbende partijen, waaronder werkgevers en huisvesters, over de mogelijkheid van het gebruik van tijdelijke huurcontracten die niet tussentijds kunnen worden opgezegd.

Informatieknooppunt
Het is voor arbeidsmigranten niet altijd duidelijk waar men terecht kan met vragen of meldingen van misstanden. Relevante informatie voor arbeidsmigranten moet gemakkelijk toegankelijk en in hun eigen taal beschikbaar zijn. Het kabinet neemt de aanbeveling over om een centraal informatieknooppunt te ontwikkelen. Samen met de gemeente Westland wordt een pilot opgezet waarbij wordt onderzocht op welke manier arbeidsmigranten het beste kunnen worden voorgelicht over arbeidsvoorwaarden, geïnformeerd kunnen worden over veilig en gezond werken in de sector waarin zij werkzaam zijn, en kunnen worden geactiveerd om hun rechten te effectueren.

Samenwerkingsplatform toezichthouders
De problematiek omtrent arbeidsmigranten raakt zowel verschillende onderdelen van de Rijksoverheid als van lagere overheden. Daarom is gecoördineerde actie nodig. Om dit in goede banen te leiden, wordt gewerkt aan een verbeterde samenwerking tussen partijen zoals de Inspectie SZW, de NVWA, de GGD en de veiligheidsregio’s. Hiervoor wordt onder andere op korte termijn een landelijk samenwerkingsplatform voor toezichthouders ingericht. Het samenwerkingsplatform zal daarbij coördinatie op het regionale niveau voorbereiden om snel te kunnen optreden bij een uitbraak in een bedrijf of een sector, zoals recent bij slachterijen. Om potentiële brandhaarden in risicosectoren te voorkomen zal het platform preventieve acties coördineren.

Minister Koolmees: “Ik wil het aanjaagteam bedanken voor de snelheid waarmee het zijn taken heeft opgepakt. Besmettingen in de vleesindustrie en de fruithandel maken pijnlijk duidelijk dat er maatregelen moeten worden getroffen om arbeidsmigranten te beschermen. Deze incidenten laten zien dat de problemen urgent zijn en dat de bescherming van arbeidsmigranten tegen het coronavirus niet kan wachten.”

Download hier de volledige kabinetsreactie inzake de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.

 

Advies: arbeidsmigranten niet meer op één kamer

Uitzendbureaus moeten zorgen dat arbeidsmigranten in hun eentje op een slaapkamer kunnen liggen. Ook meerdere mensen vervoeren in een busje moet afgelopen zijn en werkgevers moeten beter registreren waar hun medewerkers wonen.

Dit artikel verscheen eerder via De Telegraaf.
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

Dat staat in de eerste aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten. Dat adviseert onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer het kabinet over maatregelen die arbeidsmigranten moeten beschermen tegen het coronavirus.

Emile Roemer: „We hebben allemaal de problemen op het nieuws gezien de afgelopen weken. Het is zaak dat we nu heel snel handelen. Arbeidsmigranten moeten anderhalve meter afstand kunnen houden van anderen, net als iedereen in Nederland. Daarvoor moeten we strengere afspraken gaan maken, die ook gehandhaafd worden. Gelukkig heb ik gezien dat het op veel plaatsen al wel goed geregeld is. Het kan dus wel.”

De uitzendbranche wees eerder al op de moeilijkheden van dergelijke maatregelen. Zo lopen de kosten flink op als er voor meer woonruimte en alternatief vervoer gezorgd moet worden. Ook is er nu al een gebrek aan woonruimte.

‘Gebrek aan woonruimte’
„Het Aanjaagteam erkent dat er op dit moment gebrek aan woonruimte is, wat het lastig maakt om deze nieuwe norm op korte termijn landelijk te realiseren. Daarom adviseren wij het kabinet om te beginnen bij bedrijven met een hoog coronarisico. Zij moeten er direct voor zorgen dat hun arbeidsmigranten een eigen slaapkamer hebben. Ook los van corona is het onwenselijk dat mensen hun slaapkamer moeten delen met vreemden.”
Verder ontbreekt er volgens het advies vaak aan een goede administratie bij werkgevers, waardoor onduidelijk is waar arbeidsmigranten wonen. Uitzendbureaus en bedrijven moeten verplicht worden te allen tijde het woonadres en telefoonnummer of e-mailadres van hun medewerkers te kunnen geven. Ook zou vervoer met meerdere mensen in een busje afgelopen moeten zijn.

Het Aanjaagteam komt binnenkort met een tweede advies. „Nederland kent al jarenlang teveel misstanden rondom arbeidsmigranten. In Nederland wonen en werken ruim 400.000 arbeidsmigranten uit andere EU-landen. Zij hebben meestal tijdelijke contracten, verdienen vaak het minimumloon, wonen dicht op elkaar en reizen vaak gezamenlijk naar hun werk. Dat is een gevaar voor de gezondheid van de arbeidsmigrant, maar geeft ook risico’s voor de volksgezondheid.”

Europees Parlement wil betere omstandigheden voor arbeidsmigranten

“Gelukkig is het kwartje gevallen”, zegt Agnes Jongerius van de PvdA in Brussel over de meerderheid voor het verbeteren van arbeidsmigranten in Nederland. “Ook in Polen en Roemenië denken partijen nu: “Blijf met je poten van onze mensen af.”

Dit artikel verscheen eerder via EenVandaag.
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

De afgelopen weken was het op meerdere plekken, met name in de vleesindustrie, raak. Er waren tientallen coronabesmettingen bij bedrijven met arbeidsmigranten. “En dat heeft alles te maken met het te dicht op elkaar wonen en te dicht op elkaar in een busjes zitten. We weten het al heel lang, ook de uitzendbureaus weten dat. Om de situatie van arbeidsmigranten te verbeteren is er dus nu een meerderheid voor een resolutie hierover in het Europees Parlement.

Hoop dat het helpt, maar denk het niet
“Ik hoop dat het werkt, maar ik denk het niet”, reageert directeur van Polska Porada, Hans Thunissen. Hij staat arbeidsmigranten bij in Nederland met informatie en advies. “Rotzooi onder de bedden, alles is kapot en die mensen worden erin gegooid. Ze betalen er flink voor. Het wordt ingehouden op het salaris en vaak weten de mensen niet eens dat ze teveel betalen”, vertelt hij.

Er moet volgens hem een veilige situatie zijn voor arbeidsmigranten. En dat is volgens Thunissen bij sommige uitzendbureau’s ook wel het geval, maar lang niet bij allemaal. Maar dat wil het Europees Parlement dus aanpakken. “Maar het moet ook gehandhaafd worden en dat gebeurt nu heel weinig. Er wordt gezegd: ‘Daar zijn geen mensen voor, er is geen geld voor’. Maar er moet zonder aankondiging gecontroleerd worden.”

Wetgeving uitzendbureau’s
Jongerius reageert op Thunissen: “Met deze resolutie geven we ook het signaal naar de eurocommissaris dat er verbetering moet komen, dat ze daarover landen gaat aanschrijven, dat ze in actie moeten komen. Het is mishandeling van de mensen. Dit kan gewoon niet op deze manier.”

De PvdA’er merkt wel dat de uitzendbureaus nu tegenstribbelen. “Ze gaan nu wel meteen piepen dat ze niet meer kunnen doen qua huisvesting zodat bewoners afstand kunnen bewaren van elkaar. Dat gaat ze teveel geld kosten, zeggen ze. De Europese wetgeving moet daarover worden aangepast. En ja, dat gaat tijd kosten, maar ik ben tot op het bot gemotiveerd om er voor te gaan.”

Zorgen om coronabesmettingen arbeidsmigranten, ‘breder onderzoek echt nodig’

Dit artikel verscheen eerder via NOS.nl
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

20 procent van de personeelsleden van slachterij Vion in Groenlo is besmet met het coronavirus. Hoe het komt dat het besmettingspercentage zo hoog is, staat nog niet vast. Mogelijk speelt krappe huisvesting een rol.
Medewerkers van slachthuizen zijn vaak arbeidsmigranten uit Bulgarije, Roemenië en Polen. Via een uitzendbureau worden ze ingezet. “Ik ben geen viroloog, maar veel werknemers slapen samen, hoesten bijna over elkaar heen, gaan samen in een bus naar het werk en delen soms met wel 40 man een keuken. Dan is het lastig om anderhalve meter afstand te bewaren”, reageert Bart Plaatje van FNV.
Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid zegt dat de slachthuizen die voor morgenavond onvoldoende aantonen dat zij al het mogelijke doen om coronabesmettingen te voorkomen, moeten sluiten. De inspecties zullen zich niet alleen richten op de situaties in de slachthuizen, maar ook hoe personeel wordt vervoerd en hoe ze wonen.

Risico’s in andere sectoren
Niet alleen in de vleessector, ook in de land- en tuinbouw, bouw en in distributiecentra werken arbeidsmigranten. Dick Veerman, hoofdredacteur van Foodlog, zegt in Met het Oog op Morgen dat het na coronabesmettingen in vleesverwerkende bedrijven, wachten is op besmettingen in andere sectoren. “Veiligheidsregio’s en GGD’s moeten dit nu onderzoeken en zich niet alleen richten op de slachthuizen”, vindt Veerman.
Van de naar schatting 400.000 arbeidsmigranten in Nederland, werken er 12.000 in de vleesindustrie. Veerman noemt het hoge besmettingsniveau van 20 procent in slachthuizen “alarmerend” en wil daarom breder testen. “Ik vind het onbestaanbaar dat dit niet breder onderzocht wordt in andere sectoren waar veel arbeidsmigranten werken.”

Vakbond FNV vraagt al langer aandacht voor leefomstandigheden van arbeidsmigranten. Vicevoorzitter Tuur Elzinga noemt het probleem ‘zeer actueel’ vanwege coronabesmettingen in slachthuizen: “De middeleeuwse situatie waarbij je baas ook je huisbaas is, moet afgelopen zijn.”
Het toezicht op de handhaving van coronamaatregelen is versnipperd. Elzinga: “De veiligheidsregio’s gaan over huisvesting, politie over vervoer, de arbeidsinspectie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over veiligheid.” In een brief pleit FNV voor een structurele aanpak.

Bart Plaatje: “Er wordt niet getest op corona in sectoren waar veel arbeidsmigranten werken, dus zeker weten doen we het niet. Het kan ook liggen aan de vleesverwerkende industrie. Mogelijk grijpt het virus daar sneller om zich heen om wat voor een reden dan ook. Maar ik geloof in deze situatie eerder in en/en, dan in en/of.”
Afgelopen weekend sprak Plaatje twee Bulgaren die bij Vion werkten, om persoonlijke redenen werden ontslagen en uit huis werden gezet. Ze hadden koorts, zijn naar de dokter gegaan en wachten de uitslag van de coronatest nu elders af. Plaatje wil vanwege dit soort voorbeelden dat arbeidsmigranten niet langer mogen wonen in huizen van hun uitzendbureau. “Scheiden van bed en brood moet nu echt eens geregeld worden.”
De ChristenUnie en de SP hebben in december een plan ingediend om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. Maandagmiddag debatteert de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport hierover.

 

7 tips voor de huisvesting van short stay arbeidsmigranten

Arbeidsmigranten zijn hard nodig voor de lokale en regionale economie. Toch wordt deze groep vooral geassocieerd met overlast en uitbuiting. Ook zijn er volop vragen over goede huisvesting voor arbeidsmigranten. Want deze groep duikt bijvoorbeeld vaak op in vakantieparken. Het netwerk van Middelgrote Gemeenten (M50) en Platform31 organiseerden de Expertsessie arbeidsmigranten. Hier kwamen zo’n zeventig bestuurders en beleidsmedewerkers van overheden en marktpartijen samen tot 7 tips voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

 Bekijk hier het originele artikel via Platform31, of lees hieronder verder.

Tip 1: Neem je verantwoordelijkheid
Wees je als bestuurder van een gemeente of provincie ervan bewust dat je een verantwoordelijkheid hebt voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Denk aan het grote economisch belang binnen je gemeente of regio. Sommige regio’s zouden economisch instorten zonder de doelgroep, anderen zien arbeidsmigranten als oplossing om krimp tegen te gaan. Neem ook de verantwoordelijkheid voor de precaire positie waarin arbeidsmigranten vaak verkeren wanneer ze in illegale huisvesting wonen. Afwachten is geen optie, want het aantal arbeidsmigranten gaat naar verwachting alleen maar toenemen. “Het is onze verantwoordelijkheid om bepaalde situaties niet te accepteren”, benadrukt dagvoorzitter Hamit Karakus (Platform31) tijdens de expertsessie.

Voorbeeld: Tijdelijke huisvesting in Putten
In Putten regelt de gemeente de huisvesting in een van de vakantiepark. De gemeente weet dankzij een nachtregister precies wie hier verblijven – ook met het oog op de (brand)veiligheid. Om het voor omwonenden acceptabel te maken, is de afspraak gemaakt dat deze woonsituatie tijdelijk is. Over een paar jaar wordt het park getransformeerd naar groen en parkeren.

Tip 2: Vraag om een eerlijke verdeling
Spreek de rijksoverheid aan op haar verantwoordelijkheid en vraag om een eerlijke verdeling van lusten en lasten. Gemeenten die zich bereidwillig inzetten voor de huisvesting, doen dit vaak alleen voor ‘hun’ eigen arbeidsmigranten. Zij willen niet met kostbare middelen het woonvraagstuk van andere steden of bijvoorbeeld de Rotterdamse haven oplossen. Short stay arbeidsmigranten verplaatsen echter veel, waardoor je niet altijd duidelijke grenzen kunt trekken. Na een vakantieparkcontrole verplaatst de ondernemer bijvoorbeeld zijn arbeidsmigranten naar een ander vakantiepark en daarmee verplaatst het probleem zich – het zogenoemde waterbedeffect. Dan kan het Rijk een rol spelen.

Tip 3: Kweek allianties
Werk als één overheid samen en vorm samenwerkingsverbanden in de regio. Met een sterkere informatiepositie en samenwerking op regionaal niveau komen gemeenten en uitvoerende diensten malafide ondernemers sneller op het spoor en kunnen ze huisvesting uit de illegaliteit halen. Zo voorkom je als overheid makkelijker dat je onbedoeld uitbuitingssituaties faciliteert.

Voorbeeld: Ariadneproject in Gelderland
In het Ariadneproject werken alle 51 Gelderse gemeenten, provincie Gelderland, het Openbaar Ministerie, politie, het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC), de Belastingdienst, Koninklijke Marechaussee en Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (iSZW) samen. Het project brengt geldstromen in kaart en kan zo situaties van (arbeids)uitbuiting boven tafel krijgen. Dat maakt duidelijk verschil: de samenwerkingspartijen zien dat een aantal uitzendbureaus haar huisvestingsbeleid aanpast.

Tip 4: Vraag ondernemers om een woest aantrekkelijk plan
Verleid lokale ondernemers om een huisvestingsplan te maken waar je als gemeente geen ‘nee’ tegen kunt zeggen. Stel randvoorwaarden op en denk mee over locaties. Laat je voorlichten en doe als bestuurder eerst regionaal onderzoek onder grote bedrijven: hoeveel arbeidsmigranten hebben zij in dienst? Hoe groot is het aandeel arbeidsmigranten binnen de eigen beroepsbevolking? “Alleen op de plekken waar gemeenten en ondernemers elkaar weten te vinden ontstaat transparantie en zien we goede praktijken rondom huisvesting”, brengt Wim Reedijk van Expertisecentrum Flexwonen in tijdens de bijeenkomst.

Voorbeeld: Labour Hotel Waalwijk
In het Labour Hotel Waalwijk werkt de gemeente nauw samen met lokale ondernemers en verschillende uitzendbureaus aan kwalitatieve huisvesting voor arbeidsmigranten. Het hotel is voor het SNF-keurmerk geïnspecteerd en de Stichting Normering Flexwonen (SNF) wil vanaf 2021 ieder pand ieder jaar controleren. Ondertussen komt er in Waalwijk een derde grootschalige campus voor arbeidsmigranten bij Ingram Micro. De huurkosten voor de arbeidsmigrant blijven hierbij binnen de perken. Het logistieke bedrijf compenseert namelijk voor de prijsopdrijving die ontstaat door schaarste in de woningmarkt.

Tip 5: Beïnvloed de beeldvorming
De huisvesting van arbeidsmigranten ligt vaak politiek gevoelig. De gemiddelde Nederlander denkt bijvoorbeeld aan de concurrentie op de woningmarkt , overlast door overbewoning, verkeer in de straat om 5 uur ’s ochtends en een gebrek aan parkeerplaatsen. Toon als bestuurder lef en praat met je bewoners hierover. Deel ook positieve voorbeelden over arbeidsmigranten.

Tip 6: Sluit aan bij de beleving van arbeidsmigranten zelf
In de beleidsvorming en aanpak wordt veel gesproken óver (short stay) arbeidsmigranten, maar weinig mét hen. Wat vinden zij belangrijk tijdens hun verblijf? Tegen welke obstakels lopen zij op? Hoe lang willen ze blijven? Vraag je ook af of je wel representatieve mensen spreekt. Praat hierover met ondernemers, bezoek een vakantiepark of word als gemeente actief op sociale media of fora voor arbeidsmigranten.

Tip 7: Verruim je blikveld
Kies voor een integrale aanpak. Rust op het gebied van huisvesting betekent vaak dat er sprake is van minder overlast en uitbuitingssituaties. Short stay arbeidsmigranten brengen echter een breder palet van neveneffecten met zich mee. Met name wanneer mensen toch langer willen blijven. Denk aan onzichtbaarheid doordat ze niet staan ingeschreven, (valse) concurrentie op de markt, verdere druk op de woningmarkt, dak- en thuisloosheid en vraagstukken over zorg, welzijn en integratie. Bij de overgang van kort naar middellang of permanent verblijf is een snelle aanpak dus niet de oplossing. Zorg liever voor continuïteit en borging in reguliere werkprocessen van de gemeente.

 

Hoe moeilijk het is als arbeids­migrant vooruit te komen, daar weet de Poolse Barbara Gesam alles van

Oost-Europeanen werken en wonen hier vaak in beroerde omstandigheden, blijkt uit nieuw onderzoek. Barbara Gesam, haar man en hun pasgeboren dochter dreigen hun huis uit te worden gezet. Ze vertellen hoe moeilijk het leven is als arbeidsmigrant in Nederland.

Dit artikel verscheen in Trouw. Klik hier voor het originele artikel op de website van Trouw, of lees hieronder verder.

Met haar pasgeboren baby in een draagzak stapt Barbara Gesam de beschimmelde woonkamer in Rotterdam-Zuid binnen. Haar Tsjechische partner Michal Dicko zit op de bank, moe van een lange dag. Huisgenote Wioleta Osinska, ook uit Polen, zit naast hem. De drie zijn in opperste staat van paniek. Ze vrezen op straat terecht te komen.
Oost-Europese arbeidsmigranten verkeren in een structureel achtergestelde positie op de Nederlandse arbeidsmarkt, stelt promovenda Anita Strockmeijer vandaag in haar proefschrift. Ze spreken de taal niet, werken in sectoren met lage lonen en veel baanverlies. De mogelijkheden tot opwaartse mobiliteit zijn gering.
Hoe moeilijk het is als arbeids­migrant vooruit te komen weten ­Gesam, haar partner en huisgenote maar al te goed. Eerst werkten ze bij een uitzendbureau dat hen in Zuid-Beijerland (Zuid-Holland) huisvestte. Om zich in een betere uitgangspositie te manoeuvreren wisselden de drie van uitzendbureau. Met hulp van een Poolse makelaar en tussenpersoon die lang in Nederland woont, huurden ze een appartement met twee slaapkamers voor 1400 ­euro per maand, plus een ruime ­vergoeding voor de makelaar.

Schimmel in huis
Niet dat het zo’n stap vooruit is. Via het uitzendbureau werkt Dicko met bloemen, in een fabriek die wasabi produceert of als schoonmaker van machines. Osinska houdt zich bezig met gekoelde groenten en fruit. Maar ze hebben een eigen plek en zijn niet langer afhankelijk van de grillen van een baas.
Of dat dachten ze. Want al snel na hun verhuizen groeide schimmel uit de hoeken van het huis. Ze huren inclusief meubels, maar betalen desondanks voor een nieuwe wasmachine. Een opening in de muur dichtten ze zelf. De intercom en elektriciteitsdraden hangen vast met tape. Vier maanden na hun verhuizing is de inschrijving bij de gemeente nog altijd niet rond. Volgens de arbeidsmigranten komt dat doordat de beloofde hulp van de Poolse tussenpersoon niet voldeed, de makelaar zegt dat de bewoners niet op kwamen ­dagen bij een afspraak.
Als klap op de vuurpijl wil de huisbaas hen vanwege hun houding uit huis zetten, met een week opzegtermijn, al mag dat juridisch niet. “Hij zei: ‘Ik maak jullie dood’”, zegt Dicko, terwijl hij een gebaar langs zijn keel maakt. Hij kreeg op straat een trap. Rond dezelfde tijd bonsden drie potige mannen zo hard op de voordeur dat het venster sneuvelde.

Onveilig gevoel
Op hulp hoeven ze nauwelijks te rekenen. Met haar baby van een maand in een draagzak sjouwt kersverse moeder Gesam al dagen van gemeentebalie naar Leger des Heils en daklozenopvang. Geen instantie biedt een niet-ingeschreven Pool of Tsjech een bed, bewijs van werk of niet. “We hebben drie weken opvang nodig, zodat we tijd hebben om iets nieuws te zoeken. Ik wil niet op straat leven met een baby”, zegt ze.
Uit voorzorg hebben de drie hun spullen ingepakt en een deel van de boedel naar Polen gestuurd. Ze zochten al naar tickets voor een terugkeer naar Polen, toen de politie alsnog met de huisbaas in gesprek ging. De Poolse makelaar stelt dat de gemeente tegen de huisbaas heeft gezegd dat subiete uitzetting niet mag, maar wil verder niets zeggen. De huisbaas was gisteravond niet ­bereikbaar voor commentaar.
Vooralsnog verblijven Gesam en haar huisgenoten in hun beschimmelde appartement, al is de deadline verstreken. Veilig voelen ze zich ­bepaald niet. Gesam: “Ik wil niet in dit huis blijven. Ze kunnen ons ­vermoorden. Ze kunnen onze spullen op straat zetten, ze hebben de sleutels.”

Bron: Trouw (12 februari 2020).