Effecten kwaliteitsverbetering op huisvesting arbeidsmigranten

In het rapport ‘Effecten kwaliteitslag huisvesting arbeidsmigranten’ brengt het Expertisecentrum Flexwonen in kaart wat de gevolgen zijn van het voornemen om via de Wet Goed Verhuurderschap te bereiken dat iedere arbeidsmigrant die er niet zelf voor kiest om met iemand samen te wonen, in zijn of haar huisvesting over een eigen kamer kan beschikken.

Geen tweederangsburgers
De aanbevelingen in het rapport van de commissie Roemer “Geen tweederangsburgers” om de kwaliteit van de huisvesting van arbeidsmigranten te verbeteren zijn terecht, zowel uit menselijk oogpunt als voor de aantrekkingskracht van Nederland voor internationale werknemers om knelpunten op onze arbeidsmarkt op te lossen. De implementatie van die aanbevelingen plaatst ons wel voor een immense opgave, omdat meer kwaliteit niet zonder meer kwantiteit kan.

156.000 extra kamers nodig
In dit rapport brengt het Expertisecentrum Flexwonen in kaart wat de gevolgen zijn van de voorgenomen kwaliteitsslag. De belangrijkste uitkomsten zijn dat er voor die kwaliteitsverbetering ten opzichte van de huidige situatie ten minste 156.000 extra kamers nodig zijn. Als dat aantal in gewone reguliere woningen zou moeten worden gevonden zijn daarvoor ruim 43.000 extra woningen nodig, boven het al bestaande tekort.

Gelukkig hoeft de oplossing niet in reguliere woningen te worden gevonden omdat voor de grote groep mensen die hier niet langer dan 2 jaar verblijven andere woonvormen heel geschikt kunnen zijn. Maar dan moeten die wel in hoog tempo gebouwd kunnen worden. De bal daarvoor ligt bij de gemeenten. Die hoeven dat natuurlijk niet zelf te doen, maar moeten er wel ruimte voor bieden.

Dit artikel verscheen eerder via Expertisecentrum Flexwonen. Lees het volledige artikel via de website van Expertisecentrum Flexwonen of bekijk hier direct het volledige adviesrapport.
Bron: Expertisecentrum Flexwonen, 18 januari 2023.

 

Adviesraad arbeidsmigratie: Voor grip op migratie moet kabinet focussen op arbeidsmigratie

De Adviesraad Migratie raadt het kabinet af gebruik te maken van een streefgetal om van tevoren te bedenken hoeveel asielzoekers we per jaar in Nederland willen ontvangen. Dat schrijft de raad in een nieuw advies. Jaarlijks vaststellen hoeveel arbeidsmigranten je wil hebben, kan volgens de adviesraad wel nuttig zijn.

Een streefcijfer voor migratie is geen hard quotum dat niet overschreden mag worden. Het is een getal om richting te geven aan het migratiebeleid. Het dwingt de politiek na te denken over hoeveel migranten je als land wil ontvangen. Wat betekent de komst van migranten bijvoorbeeld voor de zorg, huisvesting en de sociale cohesie in Nederland?
Het vorige kabinet vroeg de Adviesraad Migratie uit te zoeken of streefgetallen zouden kunnen helpen in het Nederlands beleid. In het coalitieakkoord benadrukte het huidige kabinet dat het advies van de raad zwaar zal wegen bij het maken van nieuw beleid.

Als voorwaarde voor het effectief werken met streefcijfers is het van belang dat de overheid ook echt invloed kan uitoefenen op het aantal migranten dat naar Nederland komt. De adviesraad maakt een onderscheid tussen asiel- en arbeidsmigratie. Bij asielmigratie is die invloed maar beperkt.
Voor asielmigratie wegen de voordelen van streefcijfers daarom niet op tegen de risico’s, schrijft de adviesraad. Omdat asielmigratie sterk afhangt van de situatie in de rest van de wereld, is het erg lastig een getal te bepalen.

Arbeidsmigratie
Voor arbeidsmigratie ziet de adviesraad wel het nut van streefcijfers. Volgens Kremer is het beleid op het gebied van arbeidsmigratie nu vooral gericht op wat de economie ten goede komt. “Terwijl de overheid wel meerdere mogelijkheden heeft om invloed uit te oefenen.” Als het doel is om het totaal aantal migranten terug te brengen, zo schrijft de raad, kan de regering zich beter richten op arbeidsmigratie dan op asielmigratie. Arbeidsmigranten maken een groter deel (24 procent) uit van het totaal aantal migranten dan asielmigranten (12 procent).

Dit artikel verscheen eerder via Nieuwsuur. Lees het volledige artikel via de website van Nieuwsuur of bekijk hier direct het volledige adviesrapport.
Bron: Nieuwsuur, 22 december 2022.

 

Steeds meer arbeidsmigranten op straat: ‘De opvang moet humaner’

Er belanden steeds meer arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa op straat. Uit cijfers van Stichting Barka, een hulporganisatie voor dakloze EU-arbeidsmigranten, bleek vorig jaar dat er zo’n 2.500 tot 3.000 arbeidsmigranten uit de elf laatst toegetreden lidstaten van de Europese Unie in Nederland op straat waren beland. Het ging vooral om mannen uit Polen en Roemenië.

Stichting Barka stelt dat de groep het afgelopen jaar sterk is gegroeid en denkt dat het inmiddels om mogelijk tot wel 5000 mensen gaat. De hulporganisatie ziet in sommige steden een toename van 30 tot 50% in het afgelopen jaar.

Het Leger des Heils en het Rode Kruis hebben geen cijfers maar “herkennen het beeld” dat het aandeel Midden- en Oost-Europese daklozen toeneemt. Over het totale aantal dak- en thuislozen zei het Leger des Heils vorige maand al dat het er bijna 25 procent meer zijn dan vorig jaar.

Oververtegenwoordiging
Arbeidsmigranten zijn oververtegenwoordigd onder daklozen. In Rotterdam en Den Haag gaat het om ongeveer 50% van de mensen die zich melden voor de winteropvang. Terwijl het totale aantal arbeidsmigranten (ongeveer 550.000 mensen) ongeveer 6% van de beroepsbevolking is. Oost-Europeanen hebben een grotere kans om op straat terecht te komen doordat hun woning vaak gekoppeld is aan hun werk, ze minder vaak recht hebben op sociale bijstand en ze geen sociaal vangnet hebben in Nederland.

Dit artikel verscheen eerder via NOS. Lees het volledige artikel via de website van NOS.
Bron: NOS.nl, 23 december 2022.

 

Stelling Stand.nl: Arbeidsmigranten moeten zo snel mogelijk een fatsoenlijke woning krijgen

Fors meer Spanjaarden en Portugezen werken in Nederland: ‘Huisvesting grootste uitdaging’

Expats en kennismigranten

Hoeveel Oost-Europese werknemers mogen er in een Nederlandse straat wonen? Dat moet de rechter nu beslissen

Werk, migratie en huisvesting hangen met elkaar samen

De adviesraad migratie publiceert – in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen – een blogserie waarin kennis en feiten over Migratie en Gemeenten staan. Deze blog gaat over de samenhang tussen werk, migratie en huisvesting.

Samenhang tussen werkgelegenheid, arbeidsmigratie en huisvesting
Stimuleren van de werkgelegenheid staat in veel gemeentelijke verkiezingsprogramma’s weer in de top drie van voornemens. Maar is dit streven wel zo vanzelfsprekend? Sommige bedrijven, en soms hele sectoren, kunnen in Nederland namelijk alleen nog bestaan vanwege de inzet van arbeidsmigranten.

Waar de wethouder Economische zaken verguld is met de realisatie van een nieuw bedrijventerrein, ziet de wethouder Wonen zich vervolgens geconfronteerd met een huisvestingsvraagstuk voor arbeidsmigranten en een nog grotere druk op de woningmarkt. Dat pleit voor een vestigingsbeleid en een woonvisie waarin het gemeentebestuur zich bewust toont van de samenhang tussen werkgelegenheid, arbeidsmigratie en huisvesting en hierin zorgvuldige afwegingen maakt.

De vestiging van nieuwe bedrijven kan arbeidsmigranten aantrekken
Het lijkt vanzelfsprekend dat hoe meer banen de vestiging van een bedrijf oplevert, hoe beter het is. Voldoende werkgelegenheid is immers erg belangrijk voor het welzijn van de bevolking. Maar toch is dat niet zo simpel als het lijkt. Nederland heeft nu een zeer krappe arbeidsmarkt. In het laatste kwartaal 2021 waren er 105 vacatures per 100 werklozen (CBS). Dat betekent dat zelfs als alle werklozen aan het werk zijn er nog steeds vacatures niet zijn vervuld. Toch steken gemeenten met het oog op het vergroten van de werkgelegenheid nog steeds veel energie in het behouden en aantrekken van bedrijven. En soms wordt een deel van de arbeidsplaatsen die dat oplevert vervolgens opgevuld door arbeidsmigranten, die met name afkomstig zijn uit andere EU-landen. Zij hebben namelijk onbeperkt toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Eind 2019 waren er in totaal 611.800 werkenden uit de EU in Nederland.

Ook arbeidsmigranten moeten ergens wonen
De vestiging van nieuwe bedrijven in gemeenten kan dus leiden tot de komst van meer arbeidsmigranten. Ook zij moeten ergens wonen. Soms gebeurt dat in speciale woonvoorzieningen, in de volksmond ook wel ‘Polenhotels’ genoemd. Plannen voor de ontwikkeling hiervan leiden echter vaak tot protesten van omwonenden, die vrezen voor overlast, een ‘negatieve uitstraling’ op hun buurt of een ‘aantasting van hun leefomgeving’ (zie bijvoorbeeld Westland,  Dongen en Sevenum) of het gevolg is dat huizen worden opgekocht om arbeidsmigranten te kunnen huisvesten. Hierdoor neemt de krapte op de woningmarkt nog verder toe. Nederland kwam in 2019 ongeveer 120.000 huisvestingsplekken voor tijdelijke arbeidsmigranten te kort.

De meerderheid van de arbeidsmigranten (55%) woont in reguliere woningen. De wethouder Wonen van de gemeente Den Haag trok twee jaar geleden al aan de bel over de woonomstandigheden van arbeidsmigranten in zijn gemeente. In Den Haag zijn de afgelopen jaren ‘in hoog tempo woningen opgekocht, gesplitst en verkamerd’ om arbeidsmigranten te huisvesten. Velen van hen werken overigens niet in de gemeente Den Haag, maar in het Westland, dat niet alle arbeidsmigranten die het aantrekt ook zelf huisvest. Dit heeft de laatste jaren voor wrevel gezorgd bij de omringende gemeenten.

 

Klik hier om de volledige blog te bekijken en lees meer over hoe de huisvestingsvraag a.g.v. de inzet van internationale medewerkers onderdeel kan worden van het vestigingsbeleid van gemeenten.
Deze blog verscheen eerder via de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ). Bron: ACVZ (21 februari 2022).

Keurmerk voor huisvesting arbeidsmigranten werkt niet

Het keurmerk SNF dat arbeidsmigranten moet beschermen tegen onleefbare woonruimtes, zegt in de praktijk heel weinig over de kwaliteit van de huisvesting.

Dit opinie-artikel verscheen eerder via Trouw.
Lees hier het volledige artikel of lees hieronder verder.

Het keurmerk van Stichting Normering Flexwonen (SNF) moet arbeidsmigranten beschermen tegen malafide woningverhuurders. Maar dat keurmerk zegt weinig tot niets over de kwaliteit van de huisvesting, blijkt uit een rondgang van Trouw langs vijftig gemeenten. Zij kennen het keurmerk nauwelijks of vinden dat het er niet in slaagt om een goede kwaliteit van de woning te waarborgen.

Sterker nog, de gemeenten zeggen dat malafide bedrijven het keurmerk gebruiken om zich achter te verschuilen. Slechts vijf gemeenten zijn tevreden over het keurmerk. Het is dit keurmerk dat een centrale rol speelt in een advies van een ambtenarenteam onder leiding van oud-SP-voorman Emile Roemer over de situatie van arbeidsmigranten in Nederland.
Uitzendbureaus kunnen het keurmerk behalen als ze aan een aantal minimale eisen voldoen, zoals een toilet per acht migranten. Ook moet iedere bewoner minstens tien vierkante meter leefruimte hebben, met daarin een kledingkast, een bed en een stoel. Met het certificaat, dat sinds 2013 bestaat, willen het ministerie van binnenlandse zaken, de brancheorganisatie van de uitzendbureaus en vakbond FNV voorkomen dat migranten belanden in vieze, krappe woningen.

Onder de radar blijven
Onder de 674 uitzendbureaus met een SNF-keurmerk zitten veel grote jongens, die ook aangesloten zijn bij brancheorganisaties ABU of NBBU. Die stellen het SNF-keurmerk verplicht. Maar volgens de gemeenten profiteren juist kwaadwillende bedrijven van een huisvestingskeurmerk als het SNF. “Welwillende bedrijven zitten qua standaarden meestal zelf al boven het keurmerk, omdat ze dat graag willen voor hun uitzendkrachten”, vertelt Wiebo Kersten, inspecteur van de gemeente Tiel. “Maar bedrijven met slechte huisvesting voldoen vaak nét aan de voorwaarden van het SNF, om zo onder de radar te blijven werken.”
Als inspecteur bezocht Kersten ruim 300 woningen. Daar zag hij dat het SNF-keurmerk “juist een manier is om aan lastige controles te ontkomen”. Want: juridisch klopt het allemaal net, benadrukt hij. “Maar de woningen die wij aantreffen zijn vaak amper leefbaar te noemen.” Wie eenmaal het keurmerk in handen heeft, verliest dat niet snel: uit het SNF-jaarverslag van 2019 blijkt dat van de 674 gecertificeerde bedrijven, slechts twee dat jaar het keurmerk verloren.

Een uitzendbureau hoort 48 uur van tevoren welke panden de inspecteurs gaan bezoeken, legt Peter Heukelom, oud-huisvestingsmanager van uitzendbureau MarthoFlex uit. “Dan fiets je er even langs om de bezem er doorheen te halen”, knikt hij. “Voor aanvang van een SNF-controle repareerde mijn huisvester meestal het minimale, om door de controles te komen”, verzucht de 23-jarige Czarek Krzemiński uit Polen. “Na zo’n controle gebeurde er weer een jaar niets. Totdat de volgende periodieke controle in zicht kwam.”

Gewoon een appje sturen
Een misstand bij een SNF-gecertificeerde woning leidt niet altijd tot een tweede bezoek. “Als er iets aan de hand is, kun je dat vaak gewoon afdoen met een appje”, vertelt een oud-medewerker van uitzendbureau Marthoflex in Dronten. Volgens de norm van de SNF mag er inderdaad schriftelijk worden gereageerd, bevestigt SNF-secretaris Jolet Woordes. “Als dat tenminste goed via foto’s, facturen of film is te controleren.” Ook bij een grote overtreding mag het schriftelijk worden afgedaan.
Een uitzendbureau met een keurmerk mag maximaal 25 procent van het loon van een migrant aftrekken voor de huisvesting. Zo kan het salaris van een migrant uitkomen onder het minimumloon. Het SNF-keurmerk zegt ook niets over wat een woning redelijkerwijs mag kosten. Recent sloot het Friends Hotel in Waalwijk, een SNF-gecertificeerd pand, zijn deuren na campagnes van FNV. Arbeidsmigranten betaalden er ruim 400 per maand voor een gedeelde kamer, met een douchegordijn als afscheiding.

Roemer: maak arbeidsmigranten minder afhankelijk van hun werkgever

Maak arbeidsmigranten minder afhankelijk van uitzendbureaus, bepleit oud-SP-leider Emile Roemer in een rapport over de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten. Roemer en zijn Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten komen met vijftig aanbevelingen in het vandaag gepresenteerde rapport Geen Tweederangsburgers.

Dit artikel verscheen eerder via NOS.nl
Lees hier het volledige artikel of lees hieronder verder.

“Er zijn al jaren forse misstanden rondom arbeidsmigranten. Er wordt ook al jaren over gesproken maar er is weinig veranderd”, zegt Roemer. Hij vindt dat uitzendbureaus voortaan een certificaat moeten aanvragen en de eigenaren in het bezit moeten zijn van een Verklaring Omtrent Gedrag. Ook adviseert Roemer dat er meer arbeidsinspecteurs aangenomen moeten worden die de uitzendbureaus gaan controleren.

Een half jaar geleden stelde het kabinet deze speciale commissie aan, onder leiding van Roemer. Hem werd gevraagd met aanbevelingen te komen om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren, zodat het hoge aantal coronabesmettingen in die groep kan worden teruggebracht.
Hoewel het allemaal begon met de corona-uitbraak, kwam het virus niet meer ter sprake tijdens de presentatie van het rapport. Er is door het Aanjaagteam in brede zin gekeken naar de situatie van arbeidsmigranten.

Apart huurcontract
Roemer benadrukt dat er ook uitzendbureaus zijn die het wél goed doen, maar op dit moment zijn arbeidsmigranten te afhankelijk van de bureaus. Die regelen niet alleen het werk, maar ook hun huisvesting en zorgverzekering. “Arbeidsmigranten zijn hierdoor in Nederland erg kwetsbaar.”
Het Aanjaagteam wil bijvoorbeeld dat de arbeidsmigranten een apart huurcontract krijgen. “Vandaag je werk kwijt mag nooit betekenen dat je vanavond je woning kwijt bent”, zegt Roemer. Een arbeidsmigrant zou daarom volgens hem een maand opzegtermijn moeten krijgen.

‘Te veel naar de uitzendbranche gewezen’
De NBBU, die de belangen van de uitzendbureaus behartigt, is kritisch over het rapport. “Met de aanbevelingen pakt het Aanjaagteam de hele uitzendsector aan en wordt het werken met arbeidsmigranten ontmoedigd”, zegt directeur Marco Bastian.

Een andere brancheorganisatie, ABU, is minder kritisch maar de organisatie vindt wel dat er te veel op het conto van de uitzendbureaus wordt geschoven. Volgens de ABU werkt 60 procent van de arbeidsmigranten via een uitzendbureau. Zo’n 40 procent wordt door bedrijven zelf uit het buitenland gehaald. En die groep blijft volgens de brancheorganisatie buiten schot.

Scheiding van bed en baan
FNV is tevreden met het rapport maar de vakbond heeft ook kritiek. Op meerdere punten zijn de ABU en FNV het zelfs eens. Zo vinden beide partijen dat Roemer te weinig ambitie toont. Vooral op het gebied van huisvesting zou er nog veel meer moeten veranderen, zoals een echte scheiding van bed en baan. Onder het voorstel van Roemer blijven uitzendbureaus nog altijd de verhuurder.
Uitzendbureaus zeggen dat er niemand naar Nederland komt als er naast werk geen huisvesting wordt aangeboden. De FNV zegt juist dat de uitzendbureaus aan de huisvesting verdienen. “Zolang er door structurele flexmodellen en fiscale trukendozen extra kan worden verdiend over de rug van arbeidsmigranten, blijft de oorzaak van deze wantoestanden in stand”, zegt FNV-bestuurder Tuur Elzinga.

Ook gemeenten aan de slag
De uitzendbureaus spreken de aantijging tegen. “Gemeenten trekken maar wat graag nieuwe bedrijven aan. Maar te veel gemeenten kijken weg als het gaat om huisvesting van de mensen die daar gaan werken” zegt ABU-directeur Jurriën Koops. De brancheorganisatie is dan ook blij dat Roemer aanbeveelt dat gemeenten voortaan ook moeten nadenken over huisvesting als zij een bedrijf verwelkomen.
De blikken zijn nu gericht op minister Koolmees van Sociale Zaken. Het is nu aan het kabinet om te kijken welke aanbevelingen zullen worden opgevolgd. Roemer benadrukte wel dat ‘de tijd van praten nu echt voorbij is’.

Bekijk hier het hele rapport van het Aanjaagteam.

Advies aan kabinet: geef mensen die gebruik maken van malafide uitzendbureaus een fikse boete

Een apk-keuring voor uitzendbureaus moet Oost-Europese arbeidskrachten behoeden voor onzekerheid, uitbuiting en onmenselijke situaties. Dat adviseert het aanjaagteam van Emile Roemer dat is opgericht om arbeidsmigranten te beschermen. 

Dit artikel verscheen eerder via Trouw.
Lees hier het volledige artikel of lees hieronder verder.

Een boer of vleesverwerker krijgt 8000 euro boete als hij arbeidsmigranten aan het werk heeft via uitzendbureaus die niet aan nieuwe, strengere regels voldoen. Dat is het advies aan het kabinet van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten, onder leiding van Emile Roemer. Het is vrijdagochtend overhandigd aan minister Wouter Koolmees van sociale zaken

Bij sommige uitzendbureaus ‘gaat het heel goed’, zegt Roemer. Maar veel van de ruim 14.000 Nederlandse uitzendbureaus opereren in een grijs gebied. En er zijn ronduit malafide ondernemers, die in de ergste gevallen wél zorgkosten van inkomens inhouden, maar hun werknemers niet verzekeren.
Nederland telde volgens het CBS in 2018 ruim vijfhonderdduizend EU-arbeidsmigranten, waarvan een groot deel laaggeschoold werk verricht in de landbouw, de voedselproductie of in distributiecentra. Uitzendbureaus maken soms misbruik van de kwetsbare positie van migranten, die de taal niet spreken, hun rechten niet kennen en afhankelijk zijn van de bureaus voor werk, huisvesting en ziektekostenverzekering.

Eigen slaapkamer verplicht
Kern van het nieuwe advies is een verplichte certificering voor alle arbeidsbureaus, en forse boetes voor wie van niet-gecertificeerde bureaus gebruik maakt. Werk- en huurcontracten zouden daarnaast uit elkaar getrokken moeten worden, waardoor arbeidsmigranten niet meteen op straat staan zodra ze zonder werk komen. Arbeidsmigranten die met beloftes van lange werkweken naar Nederland worden gelokt en vervolgens maar acht uur per week in een distributiecentrum ingezet worden, moeten minimaal twee maanden minimumloon betaald krijgen, zodat ze hier niet in de schulden raken.

Voor woonruimten moeten strengere eisen komen: een eigen slaapkamer is verplicht , net als 15 vierkante meter leefoppervlakte voor elke arbeidsmigrant. Ook moet elk uitzendbureau 75.000 euro inleggen bij inschrijving, zodat lonen alsnog uitbetaald kunnen worden als een malafide onderneming zichzelf plots liquideert en van de radar verdwijnt. Vaak om ergens als een ander bedrijfje terug komen. Voldoet een uitzendbureau niet aan de eisen? Dan is een registratie bij de Kamer van Koophandel niet mogelijk, pleit het team van Roemer.
Sinds het begin van de coronacrisis zijn de erbarmelijke leefomstandigheden van arbeidsmigranten extra duidelijk aan het licht gekomen. Poolse werknemers durven zich niet ziek te melden, omdat ze bang zijn hun baan, huis en toegang tot zorg te verliezen. Sommigen raken dakloos of verblijven in tentenkampen. Pijnlijke beelden die volgens Roemer ‘op ieders netvlies’ staan. Directe aanleiding voor het advies waren de coronabrandhaarden in slachthuizen dit voorjaar. Voor deze werknemers was social distancing onmogelijk en ook werd zichtbaar dat zij vaak geen toegang tot de zorg hadden.

Werkgever als huisbaas
Vakbond FNV is grotendeels blij met het advies. “Dit zou een enorme stap vooruit zijn”, zegt vicevoorzitter Tuur Elzinga. De verplichte certificering is ‘bijna hetzelfde’ als de vergunningsplicht waar de vakbond net als SP, ChristenUnie en PvdA al langer voor pleit. Als alle adviezen door het kabinet gevolgd worden, zal de wildgroei van uitzendbureaus volgens Elzinga ‘absoluut ingeperkt worden.’
Wel is hij kritisch op de mogelijkheid die werkgevers houden om 25 procent van het loon in te houden voor onderdak van werknemers. Elzinga: “Dat is makkelijk cashen; een kwart van het loon inhouden en zo goed verdienen aan goedkope huisvesting. Op deze manier blijft het mogelijk om honderd euro voor een matras te vragen. En blijft de onwenselijke afhankelijkheidsrelatie tussen werkgever die gelijktijdig huisbaas is in stand.”

Uitzendbrancheorganisatie ABU staat ‘in grote lijnen’ achter het advies van Roemer. “Wij willen ook dat malafide bureaus aan banden worden gelegd”, zegt directeur Jurriën Koops. Maar volgens Koops legt Roemer te veel nadruk op de uitzendbranche, terwijl 40 procent van de migranten direct voor werkgevers zou werken. Daarnaast zijn volgens hem meer onaangekondigde controles een betere oplossing. “We hebben geen tekort aan regels, maar aan handhaving.” Op dit moment is er capaciteit om 1 procent van de uitzendbranche te controleren. Het kabinet heeft eerder al besloten dit uit te breiden, naar 2 procent in 2023. De NBBU, een andere brancheorganisatie voor flexwerk, vindt dat het Roemer-team “doorschiet” in “zijn zucht naar extra regulering.”

Naast de certificering van uitzendbureaus en verbetering van huisvesting, wil Roemer dat uitzendbureaus een zorgplicht krijgen om arbeiders zich in Nederland in te laten schrijven, met mailadressen en telefoonnummers. Op die manier moet er meer zicht komen op de nu vaak ongrijpbare groep. Romer hoopt, zegt hij tijdens de persconferentie vrijdagochtend, is dat arbeidsmigranten in Nederland ‘menswaardig’ behandeld gaan worden. “Net zoals u behandeld zou willen worden als u in een ander land gaat werken.” Minister Koolmees geeft aan dat de Kamer ‘voor het einde van het jaar’ met een reactie op het advies komt.

Bekijk hier het hele rapport van het Aanjaagteam.