Zorgen om coronabesmettingen arbeidsmigranten, ‘breder onderzoek echt nodig’

Dit artikel verscheen eerder via NOS.nl
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

20 procent van de personeelsleden van slachterij Vion in Groenlo is besmet met het coronavirus. Hoe het komt dat het besmettingspercentage zo hoog is, staat nog niet vast. Mogelijk speelt krappe huisvesting een rol.
Medewerkers van slachthuizen zijn vaak arbeidsmigranten uit Bulgarije, Roemenië en Polen. Via een uitzendbureau worden ze ingezet. “Ik ben geen viroloog, maar veel werknemers slapen samen, hoesten bijna over elkaar heen, gaan samen in een bus naar het werk en delen soms met wel 40 man een keuken. Dan is het lastig om anderhalve meter afstand te bewaren”, reageert Bart Plaatje van FNV.
Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid zegt dat de slachthuizen die voor morgenavond onvoldoende aantonen dat zij al het mogelijke doen om coronabesmettingen te voorkomen, moeten sluiten. De inspecties zullen zich niet alleen richten op de situaties in de slachthuizen, maar ook hoe personeel wordt vervoerd en hoe ze wonen.

Risico’s in andere sectoren
Niet alleen in de vleessector, ook in de land- en tuinbouw, bouw en in distributiecentra werken arbeidsmigranten. Dick Veerman, hoofdredacteur van Foodlog, zegt in Met het Oog op Morgen dat het na coronabesmettingen in vleesverwerkende bedrijven, wachten is op besmettingen in andere sectoren. “Veiligheidsregio’s en GGD’s moeten dit nu onderzoeken en zich niet alleen richten op de slachthuizen”, vindt Veerman.
Van de naar schatting 400.000 arbeidsmigranten in Nederland, werken er 12.000 in de vleesindustrie. Veerman noemt het hoge besmettingsniveau van 20 procent in slachthuizen “alarmerend” en wil daarom breder testen. “Ik vind het onbestaanbaar dat dit niet breder onderzocht wordt in andere sectoren waar veel arbeidsmigranten werken.”

Vakbond FNV vraagt al langer aandacht voor leefomstandigheden van arbeidsmigranten. Vicevoorzitter Tuur Elzinga noemt het probleem ‘zeer actueel’ vanwege coronabesmettingen in slachthuizen: “De middeleeuwse situatie waarbij je baas ook je huisbaas is, moet afgelopen zijn.”
Het toezicht op de handhaving van coronamaatregelen is versnipperd. Elzinga: “De veiligheidsregio’s gaan over huisvesting, politie over vervoer, de arbeidsinspectie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over veiligheid.” In een brief pleit FNV voor een structurele aanpak.

Bart Plaatje: “Er wordt niet getest op corona in sectoren waar veel arbeidsmigranten werken, dus zeker weten doen we het niet. Het kan ook liggen aan de vleesverwerkende industrie. Mogelijk grijpt het virus daar sneller om zich heen om wat voor een reden dan ook. Maar ik geloof in deze situatie eerder in en/en, dan in en/of.”
Afgelopen weekend sprak Plaatje twee Bulgaren die bij Vion werkten, om persoonlijke redenen werden ontslagen en uit huis werden gezet. Ze hadden koorts, zijn naar de dokter gegaan en wachten de uitslag van de coronatest nu elders af. Plaatje wil vanwege dit soort voorbeelden dat arbeidsmigranten niet langer mogen wonen in huizen van hun uitzendbureau. “Scheiden van bed en brood moet nu echt eens geregeld worden.”
De ChristenUnie en de SP hebben in december een plan ingediend om de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten te verbeteren. Maandagmiddag debatteert de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport hierover.

 

Aanjaagteam Arbeidsmigranten moet gemeenten opjagen

Een aanjaagteam onder leiding van oud SP-voorman Emile Roemer moet de onder meer de huisvesting van arbeidsmigranten bij gemeenten en provincies onder de aandacht brengen. Dat schrijft minister Koolmees van SZW aan de Tweede Kamer. Maandagmiddag spreekt de Kamer er over.

Dit artikel verscheen eerder via ReportersOnline.
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

Huisvesting van arbeidsmigranten is al jaren een probleem en door de coronacrisis is dat alleen maar zichtbaarder geworden. Arbeidsmigranten wonen dicht op elkaar en toonden eerder op EenVandaag hun angst voor het coronavirus.
Dat is niet geheel onterecht: in Velp, bij Arnhem, werden dit voorjaar 10 van de 23 bewoners van een pand in Velp ziek door het coronavirus. Zij zijn in quarantaine gebracht op een schip in de Rijn. Koolmees erkent die huisvestingsproblemen. Het is niet goed voor de arbeidsmigranten zelf en niet goed voor vitale processen, zoals de voedselvoorziening.

Er was een Nationaal Akkoord, maar dat is jammerlijk gestrand. Na dat akkoord, in 2012, is er een kwaliteitskeurmerk gekomen. Maar daadwerkelijke huisvesting maar mondjesmaat. Dat komt vooral omdat gemeenten geen werk maken van huisvesting. Wel kennen gemeenten sancties. Zo is een Amsterdams bedrijf tienduizenden euro´s aan boetes kwijt, omdat het zijn werknemers kleinschalig in normale woningen onderbracht. Volgens het bedrijf gebeurde dat in met het kwaliteitskeurmerk goedgekeurde woningen en volgens. De geldende CAO-bepalingen. Amsterdam vond het ontduiking van de woonruimteregelgeving. En vond volgens de ondernemer dat de medewerkers maar in een hotel of een bungalowpark moesten worden ondergebracht en onderneemt geen actie om de migranten in Amsterdam te huisvesten.

Het aanjaagteam moet daar volgens Koolmees verandering in brengen en het team gaat breed te werk. ´De problematiek waarover het kabinet signalen binnen krijgt, is te onderscheiden in problemen op het gebied van werk, huisvesting, vervoer, zorg en grenzen´, schrijft hij aan de Kamer. Het aanjaagteam moet volgens hem werkgevers, provincies en gemeenten samenbrengen om de bescherming van arbeidsmigranten op regionaal niveau te organiseren.

´Tegelijkertijd zal er gezamenlijk met deze partijen en interdepartementaal worden gezocht naar maatregelen voor de bescherming van arbeidsmigranten op de korte en (middel)lange termijn´, schrijft de minister aan de Kamer. ´Dit kan resulteren in lokale oplossingen, maar ook dat er moet worden gekeken naar landelijk beleid´, schrijft de minister verder. ´Daarnaast zal het aanjaagteam monitoren of er sprake is van tekorten of overschotten aan arbeidsmigranten in deelsectoren en zo nodig stimuleren tot arbeidsbemiddeling.´

 

“Kenniscentrum Arbeidsmigranten: geen lobbyclub, wel feitenbolwerk”

Later dit voorjaar moet de oprichting van Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten een feit zijn. Beoogd directeur Bart Verlegh streeft naar objectieve, onafhankelijke beeldvorming van arbeidsmigranten.

Dit artikel verscheen eerder in het magazine Flexmarkt (26e jaargang, editie april 2020).
Bekijk hier het originele artikel, of lees hieronder verder.

‘800.000 Oost-Europese arbeidsmigranten pikken banen van Nederlanders in.’ Als het aan Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten ligt, behoren dergelijke interpretaties van cijfers tot het verleden. “In dit specifieke geval ging het niet om zo’n grote hoeveelheid Oost-Europeanen. En ook de invloed op de banen van Nederlandse werknemers bleek verwaarloosbaar klein”, zegt Bart Verlegh, beoogd directeur van het Kenniscentrum Arbeidsmigranten. Wie nu denkt dat dit centrum streeft naar louter positieve beeldvorming rondom arbeidsmigranten, heeft het mis. Verlegh: “We willen juist wegblijven van lobbyisme en politiek. Ook eventuele misstanden zullen we melden. Het gaat ons om objectiviteit, onafhankelijkheid en transparantie.”

Onderbouwing
Initiatiefnemers van het Kenniscentrum Arbeidsmigranten zijn Frank van Gool en Karolina Swoboda van arbeidsbemiddelaar
OTTO Work Force. Beiden zullen zitting nemen in het op te richten stichtingsbestuur. Maar Verlegh benadrukt dat het
Kenniscentrum geen verlengstuk wordt van OTTO Work Force. “Er komen ongeveer tien bestuurders, ieder met een andere
achtergrond met arbeidsmigranten. Op die manier waarborgen we de objectiviteit.” Als alles volgens plan verloopt,
krijgt Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten in april of mei groen licht om een daadwerkelijke start te maken. Hoe denkt
Verlegh onjuiste berichtgeving over arbeidsmigranten te gaan bestrijden? “Ik heb niet de illusie dat misleidende nieuwsberichten helemaal niet meer gaan voorkomen. Wel kan Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten aan ieder die dat wil, kennis en expertise over het onderwerp ter beschikking stellen. Zodat bijvoorbeeld goed onderbouwd beleid kan worden gemaakt.”

Thema’s uit de samenleving
Ook uitzenders kunnen straks dus bij Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten terecht. Ze kunnen online grasduinen in alle wetenschappelijke publicaties en onderzoeksrapporten over arbeidsmigranten. Daarnaast kunnen ze hun vragen over arbeidsmigranten stellen aan experts. En verder heeft het Kenniscentrum een netwerkfunctie: als ze de uitzenders niet zelf kan helpen, kan ze hen doorverwijzen naar relevante andere instanties. Verlegh: “Centraal bij ons staat de kennis op het gebied van de thema’s werken, wonen, integratie en cultuur. Arbeidsmigranten vormen een volwaardige doelgroep in Nederland. Deze thema’s spelen dan ook in onze samenleving en ze raken elke uitzender die met arbeidsmigranten te maken heeft. Wij gaan dus ook uitzenders desgewenst voeden met objectieve informatie over deze onderwerpen.”

 

Logo Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten

Oprichting van het kenniscentrum arbeidsmigranten

Om meer waardevolle informatie te verstrekken over arbeidsmigranten is er vanuit de sector Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten opgericht. Doel van het initiatief is om betrokken partijen zoals politici en het bedrijfsleven, maar ook journalistiek en burgers informatie over arbeidsmigranten te kunnen verstrekken. Ook is het doel om de beeldvorming rondom arbeidsmigranten te objectiveren.

De focus van Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten komt te liggen op kennisdeling en ontwikkeling en op opinievorming rondom de 5 centrale thema’s: werken, wonen, cultuur, integratie en wetgeving. Met een breed gedragen bestuur, waarin maatschappelijk relevante organisaties zijn vertegenwoordigd, wil het Kenniscentrum beleidsadvies geven op al deze thema’s. Bijvoorbeeld rondom de EU Blauwe Kaart om arbeidsmigranten ook van buiten de EU perspectief te kunnen geven in Nederland als woon- en werkland.

Volgens initiatiefnemers Karolina Swoboda en Frank van Gool is arbeidsmigratie een relevante economische en maatschappelijke ontwikkeling die steeds hoger op de politieke agenda komt. Steeds meer bedrijven (willen of moeten) werken met arbeidsmigranten. Ook de maatschappelijke beeldvorming vormt een belangrijke factor. Desondanks blijft arbeidsmigratie een complex fenomeen. Precieze cijfers over de aantallen ontbreken en we weten weinig over de herkomst, motieven en verblijfsduur van ‘de arbeidsmigrant’. Daarom is het initiatief genomen voor de oprichting van Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten. Een onafhankelijk instituut voor het ontwikkelen van kennis en netwerken en wil bijdragen aan beeldvorming en beleidsvoorbereiding als het gaat om arbeidsmigranten.

Frank van Gool: “Karolina Swoboda en ik zijn nu al 20 jaar actief op het gebied van arbeidsmigratie en telkens blijkt dat er behoefte is aan feitelijke gegevens en achtergrondinformatie. Die behoefte is heel breed, van het bedrijfsleven tot maatschappelijke organisaties en het openbaar bestuur. Wij zijn er trots op dat wij op oprichting van dit onafhankelijke instituut mogelijk kunnen maken.”

Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten start begin 2020 en inmiddels hebben instanties als ABU, VNO/NCW, Glastuinbouw Nederland en het Expertisecentrum Flexwonen ondersteuning toegezegd. Karolina Swoboda en Frank van Gool zijn de oprichters van OTTO Work Force en van KAFRA Housing

 

 

 

Nieuw kenniscentrum zet arbeidsmigranten in spotlight

Een kenniscentrum met Limburgse roots moet de rol van arbeidsmigranten in Nederland gaan toelichten.

In het centrum wordt informatie gebundeld over arbeidsmigranten als het gaat om bijvoorbeeld werk, wetgeving, cultuur, integratie en wonen. Het centrum is een initiatief van Frank van Gool en Karolina Swoboda, de oprichters van het Venrayse OTTO Workforce.

Versnipperd
Arbeidsmigranten worden volgens de grondleggers steeds belangrijker voor de economie in Nederland. “Er is al veel kennis over bijvoorbeeld huisvesting. Maar die kennis is vaak versnipperd”, stelt Van Gool. “Daarom is dit centrum belangrijk.”

Beeldvorming
Volgens de grondleggers is het centrum ook nodig om de beeldvorming rond arbeidsmigranten te verbeteren. “Het is nu vaak een politieke discussie. Met ongefundeerde statements over arbeidsmigranten proberen politici nu te scoren.”

Onderzoeksvragen
Het centrum krijgt een negenkoppig bestuur dat zelf ook zelf onderzoeken gaat instellen. “We willen bijvoorbeeld weten hoeveel arbeidsmigranten er nu in Nederland zijn. Dat weet niemand”, zegt Van Gool. “Ook willen we weten hoeveel arbeidsmigranten er in de toekomst nodig zijn.”

Objectief
Politici, bedrijven, journalisten maar ook burgers kunnen bij het centrum informatie krijgen over vraagstukken rond arbeidsmigranten. De vraag is echter hoe objectief het centrum daadwerkelijk is, aangezien het is opgericht door het bedrijfsleven. “Daarom hebben we niet alleen werkgevers maar ook werknemers en wetenschappers in het bestuur zitten”, verklaart Van Gool.

Bron: 1Limburg.nl (7 januari 2020).

 

 

 

Ministeries komen met integrale aanpak misstanden arbeidsmigranten

Het kabinet werkt aan een integrale aanpak waarbij misstanden bij EU-arbeidsmigranten worden aangepakt en tegelijkertijd werk- en woonomstandigheden worden verbeterd. In een brief aan de Tweede Kamer beschrijven de ministers Koolmees, Knops en Van Veldhoven en de staatssecretarissen Van Ark en Keijzer waar deze integrale aanpak uit bestaat.

In de aanpak werkt het kabinet samen met provincies, gemeenten, sociale partners, internationale partners, niet-gouvernementele organisaties en andere private partijen. De focus ligt op zes onderwerpen: voorlichting, registratie, huisvesting, de afhankelijkheidsrelatie van werkgevers, de aanpak van malafide uitzendbureaus en melding van misstanden.
In deze integrale aanpak ingezet op aanvullende eisen voor Nederlandse en buitenlandse uitzendbureaus en zal de waarborgsom voor uitzendbureaus nader worden bekeken. Daarnaast worden er acties in gang gezet die ervoor zorgen dat de voorlichting, registratie en huisvesting van arbeidsmigranten worden verbeterd.
De integrale aanpak die in deze brief beschreven is, kan niet uitgevoerd worden zonder dat alle betrokken partijen op een gestructureerde manier met elkaar gaan samenwerken. Dat betekent dat overheden op nationaal en decentraal niveau beter met elkaar moeten samenwerken en daarbij de sociale partners, ngo’s en andere organisaties betrekken. Alleen met een gezamenlijke visie en gezamenlijke acties kunnen problemen op tijd gesignaleerd en aangepakt worden. Alle partijen moeten hun rol pakken. Regionale samenwerking door publieke en private partijen is daarbij essentieel.

Klik hier om de volledige kamerbrief te downloaden.