Kenniscentrum Arbeidsmigranten

Nederland maakt onvoldoende gebruik van verborgen talenten arbeidsmigranten

Er zijn veel “verborgen talenten” onder arbeidsmigranten die naar Nederland komen om hier te werken. Maar Nederland gebruikt deze waardevolle middelen nauwelijks, zo blijkt uit onderzoek. Het ondersteunen van arbeidsmigranten om hun talenten verder te ontwikkelen en toe te passen, is een belangrijk ontwikkelpunt. Dat en meer kwam naar voren uit een vraaggesprek tussen Małgorzata Bos-Karczewska (hoofdredacteur van Polonia.nl) en dr. Jan Cremers (socioloog aan Tilburg University en bestuurslid van de Europese Arbeidsautoriteit) over arbeidsmigratie, maatschappelijke solidariteit en de toekomst van ongeschoold werk.

Het volledige interview werd eerder gepubliceerd op Polonia.nl. Lees hier het volledige artikel (in het Pools) of lees hieronder verder voor een korte samenvatting.

Arbeidsmigranten werken vaak in laagbetaald werk
In de afgelopen jaren is het aantal werknemers uit Polen en andere EU-landen in Nederland gestegen tot ongeveer een half miljoen. Dhr. Cremers verklaart dit onder meer door de sterk vergrijzende samenleving en het feit dat te weinig jongeren de arbeidsmarkt betreden om in de behoeften van bedrijven te voorzien. Dat zijn belangrijke redenen waarom bedrijven nog altijd veel werknemers van buiten Nederland werven. Ook het feit dat het werk in diverse sectoren (o.a. vleesverwerking, landbouw en distributie) vaak eentonig is en relatief laagbetaald wordt, draagt eraan bij dat Nederlanders niet in deze sectoren willen werken en externe arbeidskrachten aangetrokken moeten worden.

De vraag naar goedkope arbeidskrachten lijkt immuun voor crises en blijft daardoor onverminderd groot. Tegelijkertijd is de (sociale) erkenning voor dergelijke banen nog altijd vrij beperkt. Beiden concluderen dat de erkenning van handenarbeid en vakmanschap de laatste decennia is afgelopen en dat de erkenning achterblijft bij banen die meer kennisgedreven zijn.

Talenten arbeidsmigranten niet volledig benut
Een recent rapport van Het Kenniscentrum Arbeidsmigranten toont aan dat veel Poolse arbeidsmigranten met een universitair diploma in Nederland in laaggeschoolde banen werken. Hun talenten worden aldus niet volledig benut. Deze situatie is aan de ene kant ongunstig voor de arbeidsmigrant zelf, want het leidt tot demotivatie, verveling, weinig erkenning en een lagere arbeidsproductiviteit. Maar aan de andere kant is het ook ongunstig voor de werkgever, want bedrijven hebben wel het talent in huis maar maken daar onvoldoende gebruik van.

Cremers en Bos-Karczewska stellen dat concrete actie nodig is om deze problematiek aan te pakken. Er moet volgens hen een uitgebreid opleidingsaanbod worden ontwikkeld met de mogelijkheid tot omscholing, bijscholing, het opfrissen van de vakkennis die is opgedaan in het land van herkomst en het leren van Nederlands. Een dergelijk programma kan bijvoorbeeld worden geïmplementeerd als onderdeel van een in-house training. Het zou ook goede vooruitzichten bieden voor uitzendbureaus, omdat het hen in staat stelt beter te voldoen aan de opkomende vraag naar geschoolde arbeidskrachten. We kunnen kortom nog veel winnen door te investeren in de mensen die al in Nederland zijn, in plaats van puur te focussen op het aanwerven van nieuwe arbeidsmigranten.