INT-AR Papers 3
Arbeidsmigratie kan tot verdringing van binnenlandse werknemers leiden wanneer arbeidsmigranten concurreren onder voor werkgevers gunstige voorwaarden. In de praktijk komt verdringing door arbeidsmigratie beperkt voor. De kans op verdringing is vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt aanwezig (lager geschoold routinematig werk) en houdt verband met flexibilisering. Tegelijkertijd kan arbeidsmigratie tot meer werkgelegenheid leiden, met name aan de bovenkant van de arbeidsmarkt.
Wat is verdringing op de arbeidsmarkt?
In de meest ruime zin treedt verdringing op de arbeidsmarkt op wanneer het vinden van een baan voor de één, baanverlies (of het niet verkrijgen van een baan) voor de ander betekent. Dat is strikt genomen al het geval wanneer twee mensen solliciteren op één vacature waarbij gewoon sprake is van gezonde concurrentie op de arbeidsmarkt. Daarom zijn er ook meer strikte definities die stellen dat men pas kan spreken van verdringing wanneer (i) een verstoring op de arbeidsmarkt tot ongelijke concurrentie op arbeidsproductiviteit leidt tussen bepaalde groepen voor dezelfde arbeidsplaatsen én (ii) de arbeidsmarktpositie van de ene (potentieel verdrongen) groep verandert door het arbeidsaanbod van de andere groep. Er wordt dan niet alleen geconcurreerd op arbeidsproductiviteit, maar ook op condities die de prijs van arbeid bepalen buiten de invloedsfeer van werk(zoek)enden. Deze definitie houdt er ook rekening mee dat verdringing kan leiden tot veranderingen in lonen en arbeidsvoorwaarden in plaats van alleen een verandering in baankansen. In een goed werkende arbeidsmarkt bepaalt het aanbod van arbeid uiteindelijk de totale werkgelegenheid en is verdringing op lange termijn nihil. Verstoringen die leiden tot minder concurrentie op basis van arbeidsproductiviteit zorgen voor een minder efficiënte allocatie van werkenden over arbeidsplaatsen en tot een lagere totale arbeidsproductiviteit.
Klik hieronder om de volledige paper te downloaden!